nederlandse vereniging voor kunstzinnige therapieën

Onderzoek

Het kunstzinnig werken als proces biedt de cliënt een ervaring, die tot reflectie uitnodigt. Materiaalkeuze en werkwijze hebben hun betekenis voor de ontwikkeling die de cliënt doormaakt. Ook het werkstuk zelf vertelt een betekenisvol ‘verhaal’ dat de therapeut - al dan niet samen met de cliënt - kan duiden.

Maar wat er nu precies gebeurt en waarom het werkt, dat is vaak niet zo eenvoudig uit te leggen. De therapeut baseert zijn diagnose en aanpak op zijn waarnemingen in het kunstzinnige proces en werk van de cliënt en op het antroposofisch mensbeeld. Naast concrete kennis en vaardigheden van de therapeut speelt de impliciete en soms intuïtieve ervaringskennis – de zogeheten tacit knowledge – een belangrijke rol.

Verantwoorden en onderbouwen

Het expliciteren van deze tacit knowledge wordt steeds belangrijker. Nu de zorg in toenemende mate multidisciplinair werkt, moet de Vaktherapeut-AG met een breed scala aan professionals kunnen communiceren over zijn waarnemingen en over de mogelijkheden van de therapie. Er is een groeiende noodzaak om het eigen therapeutisch handelen te verantwoorden en te onderbouwen.

Evidence-based practice

De waarde van een therapie wordt pas duidelijk als de behandelmethoden transparant en inzichtelijk zijn. Effecten moeten worden aangetoond, waardoor de therapiepraktijk verbeterd kan worden en niet-effectieve behandelingen kunnen worden afgewezen. Dit is de kern van evidence-based practice, met als uitgangspunt een zo goed en veilig mogelijk zorg voor de cliënt. Om dit te bereiken, is goed onderzoek nodig.